Als we ons eigen individuele hart volgen en dat als onze Meester nemen, wie zou dan zonder Meester zijn?
Het gaat om het hart als innerlijke openheid, vrij van de wirwar van concepten, over juist en onjuist.
Hierdoor krijg ik weer ademruimte, ervaar steeds opnieuw de natuurlijke verbondenheid met alles wat is in het oorspronkelijke bewustzijn. Het is niet meer ‘ik adem’, maar ‘het ademt in mij.’